donderdag 31 december 2009

Het land van de lange witte wolk




Na het succesvolle bezoek aan de Pannenkoekrotsen gaan we geld uitgeven in Greymouth. Rik heeft nieuwe schoenen nodig, een nieuwe zwembroek, oma een nieuw batterijtje voor haar horloge en de voorraad eten en drinken moet weer op peil gebracht worden. Kort voor 12 uur weten we ons aan de stad te onttrekken en via Hokitika naar het zuiden te rijden. De zon schijnt, wat een verschil met 14 jaar geleden toen het bijzonder wet was aan de westkust. Nu lunchen we in de zon midden in een voormalig goudzoekergebied en bij aankomst op de Rainforest Retreat camping relaxen we in het warm water van de spa. Wat een genot. De nacht is helaas wat minder een retreat dan gehoopt, nu het hier pas om 10 uur donker wordt leven sommigen volgens een heel ander ritme en praten de halve nacht door.
Een goede reden om na het bezoeken van de Franz Josef Gletsjer door te rijden naar de Fox Gletsjer. Net als in 1995 wandelen we door het gletsjerdal naar de onderkant van de ijsmassa. Een prachtige tocht. Wij vinden hem mooier dan Franz, maar het is hier veel rustiger qua bezoekers en de camping bij een motel heeft slechts 4 bezette plekken: 3 met Nederlanders en 1 met een Engelse. Daarmee brengen we dus kerstavond door. In het motel voor ons horen we kerstliederen zingen, wij knutselen kerstballen en een kerststal. De sokken hangen boven de hoofden van de jongens klaar voor de kerstman.

In het zonnetje genieten we van ons kerstontbijt met gekookte eitjes, croissantje, rozijnenbrood en een kopje thee. Wat een luxe. Maar eerst pakken Bart en Rik hun pakjes uit: een sok vol chocoladerepen, een Lego race auto en Rik een zwembril en Bart een Monopoly kaartspel dat fanatiek gespeeld wordt (ook al is het in het Engels). Daarna wandelen we rond Lake Matheson meer dat bekend is om zijn spiegeling van Mount Tasman en Mount Cook. We hebben dit keer enorm veel geluk, het meer is glad als een laken en de bergen laten zich ook nog even tussen de wolken door bewonderen. Veel mensen dragen kerstmutsen , rendiergeweien en we zien zelfs een camper met geweien!

We rijden verder naar het zuiden, zien een reusachtige zandvlieg bij een café hangen. Die zie je tenminste aankomen, de echte zijn klein en bijten gemeen. Niemand van ons loopt zonder rode bultjes rond. Bij Monroe strand leven volgens de informatie de zeldzame Fjordland pinguïns. We twijfelen of we naar het strand zullen wandelen, want het is nog een eind rijden naar Wanaka. Gelukkig weet een lokale bezoeker ons te vertellen dat ze al een paar weken geleden vertrokken zijn. Dus houden we het op een boterham met een glas melk en rijden dwars door de Zuidelijke Alpen naar Wanaka. Daar maken ze zich op voor de invasie Nieuwzeelandse vakantiegangers die vanaf Tweede Kerstdag verwacht worden. Voor ons is nog plek gelukkig. We zitten in de volle zon te genieten van het kerstdiner zoals ons eerdere bericht al toonde. Een Tweede Kerstdag kennen ze hier niet dus wij passen ons aan en bezoeken Puzzel wereld. Het heeft een gigantisch doolhof waar jong en oud in kunnen verdwalen, dus dat doen wij ook. Ze hebben een hal vol puzzels en andere hersenkrakers waar je mag spelen. Het toilet is een topper: als je binnenkomt zie je mannen en vrouwen in een rij op de poepdoos zitten. Net als je denkt: nee, hè, blijkt het een schilderij te zijn.
Een kamer is vol illusie: sta je rechts ben je een dwerg, loop je naar links word je reusachtig. De kamer zelf ziet er heel normaal uit. De truc is onder andere in de films van Lord of the Rings gebruikt.
Er zijn hele schuine ruimtes, waarin water omhoog stroomt en een biljartbal omhoog rolt. Ik raak helemaal gedesoriënteerd en verlaat misselijk de ruimte.
Inmiddels komt de regen met bakken naar beneden en is een internetcafé een mooie plek om de middag door te brengen. De volgende ochtend ziet het er al beter uit en schijnt de zon zelfs als we op de valreep nog een geocache weten te scoren in een holle boom. Op naar Dunedin via de fruithoofdstad van het land en de oude goudzoekerstad Clyde. Dus ja, waar is Bonnie? Wij vonden haar niet, maar wel een lekker ijsje en een leuk straatje waar in het bankgebouw nu een leuk café bleek te zitten.

We rollen de bergen uit naar de oostkust en vinden een hele leuke camping in Dunedin. Normaal een studentenstad maar nu is iedereen met vakantie. De camping is vol met grappige en mooie muurschilderingen van Harry Potters trein, Thomas de trein, Spongebob, Pokemon etc. en voor onze plek ligt een grote goudklomp. De toeristenhuisjes zijn vermomd als lokale bezienswaardigheden en er is een leuke speeltuin, naast de deur is het strand, de midgetgolf en er blijkt ook nog een geocache te liggen. Tijd voor een kop thee, een strandwandeling en een lekker hapje eten in de luxe camping keuken.
De volgende ochtend rijden we naar het Otago schiereiland in de hoop de zeldzame geeloog pinguïn te zien en wie weet een albatros. De pinguïns blijken ‘s ochtends heel vroeg en ‘s avonds heel laat te gaan en te komen. Bovendien komen ze niet in groepen maar individueel dus de kans er een te zien blijkt gering. We kiezen dus voor een tour en struikelen in de tussentijd bijna over een aantal zeehonden die op de rotsen liggen poseren voor de foto. Bij de tour zien we 3 volwassen en 3 baby pinguïns van 7 weken oud die nog helemaal niet geel zijn maar bruin dons hebben. Ze worden bijna 70 cm groot en er leven nog maar 4.000 exemplaren. Hun vijand is de zeeleeuw, de haai, de mens die hun vis vangt en hun aantal daalt gestaag. Van de 50 jongen kwam er niet een terug na 6 maanden op zee. Een trieste ontwikkeling.

Wij komen gelukkig wel terug en slingeren wat pizza’s in de oven op verzoek van Bart. Hans versiert de volgende ochtend de camper voor oma’s verjaardag en we genieten van taart en een smikkeltour. In de stad Dunedin staat namelijk een chocoladefabriek van Cadbury en daar kun je een tour maken. De fabriek ligt 3 weken stil vanwege de kerstvakantie maar tijdens de verkorte tour zien we een film, proeven chocolademousse, zien een chocolade val en als we de trap op en af lopen zitten we zelf ook onder de chocolade. Kortom de lekkerste tour van de reis tot nu toe. We spelen midgetgolf op een betonbaan met gewone golfballen en hebben even wat aanpassingsproblemen, maar weten dan het slaggemiddelde te verbeteren voordat we bij MacDonalds gaan dineren op verzoek van oma. “Dat vinden de kinderen zo lekker”. Het blijkt het meest ongeïnteresseerde personeel te hebben dat we tot nu toe hebben meegemaakt en gratis internetten is er ook al niet bij (zoals in Australië).
En dan kunnen we door met het vieren van de volgende verjaardag deze reis: Rik wordt 6 jaar. We hebben een stapel kado’s meegekregen uit Nederland en oma voegt daar nog wat aan toe. Zelf hebben we gisteren op de valreep twee nieuwe Cars auto’s gekocht en een truck voor RPM, dus Rik is helemaal blij. Hij kan zijn ogen niet geloven. Tijd om ermee te spelen is er genoeg, want we rijden vrijwel de hele dag om in de buurt van Christchurch uit te komen.

vrijdag 25 december 2009

Prettige Kerstdagen



Niet om jullie jaloers te maken, maar om een indruk te geven van de eerste Kerstdag. De tweede is helaas flink nat. Maar de hele We(s)t Coast was het droog, dus dan kun je wat regen verwachten.

maandag 21 december 2009

Kia Ora





Nog verder van huis, 12 uur vooruit om precies te zijn. Met een tussenstop in Sydney gaan we in een paar uur naar Christchurch in Nieuw-Zeeland. Dit keer hebben we de tentstokken wel bij ons! 14 jaar geleden lagen die nog op zolder.
Voor de komende 3 weken hebben we een campertje gehuurd en wat blijkt: we kunnen er allevier in slapen. Oma komt morgen aan, het is hier een stuk frisser als de zon weg is en dan is het heerlijk luxe en vertrouwd om in een camper te slapen.
Het links rijden is al vertrouwd, de taal ook, de koers van de Nieuw-Zeelandse dollar gunstiger dan de Australische en de prijzen lager. We wennen dus snel. Oma arriveert mooi op tijd en na een heerlijk weerzien rijden we richting Kaikoura waar de walvissen nog altijd rondzwemmen. Hier waren we eerder, verder gaan we vooral plekken bezoeken waar wij ook nog niet eerder waren. Wij lopen de volgende ochtend over het strand, vol keien en mooie gladde steentjes, zien sneeuw op de bergen liggen en een mooie blauwe lucht.
Dan rijden we verder richting het Abel Tasman park waar we bedden gereserveerd hebben in twee verschillende hutten. We regelen terplekke de watertaxi om terug te keren na 2,5 dag wandelen, een plek op de camping en verzamelen alle spullen en het eten dat we mee moeten nemen. Terug in het ons vertrouwde ritme van opstaan, ontbijten, inpakken en wandelen. Dit keer door bossen met metershoge varens, bomen, mossen en uitzicht op prachtige baaien met turquiose water, blauwe lucht en een warm zonnetje.
Af en toe een heuvel op en af, maar ook veel op hoogte over een prachtig pad langs beekjes. We lunchen op het strand en ik ben direct een kilo brood lichter als we verderlopen. Onderweg vinden we een schat en laten de Australische travelbug achter. Verder gaan we, op naar de Anchorage hut, nee niet in Alaska. De laatstje loodjes wegen zwaar voor oma, maar op karakter haalt ze het. De hut heeft 24 bedden in twee slaapzalen, een gemeenschappelijke keukenruimte, 1 kraan met drinkwater, wc's en een openluchtdouche met koud water, een paar harde bankjes. Niet direct wat ze zich had voorgesteld bij een hut.
Gelukkig verzacht een kopje thee het ergste leed, hebben we het strand voor de deur, spelen de mannen in de golven, eten we heerlijke pasta en slapen als een os.

De volgende ochtend moeten we een uur extra lopen of om 6 uur al wandelen. Een uurtje extra dan maar, wadlopen kunnen we in Nederland ook. Midden in het park blijkt ook een dorpje te zijn. Onze Nederlandse handelsgeest denkt direct aan een terrasje met lekkere koffie, broodjes etc maar de Nieuwzeelandse niet. Dan maar een slokje water en een muesli reep. Ook lekker. Op naar de Bark Bays hut. Het eerste stuk is het nog heerlijk rustig. Als de dagjesmensen met de watertaxi's zijn afgezet wordt het druk met .... bijna alleen maar Nederlanders. Bart zegt al: Oh, niet weer Nederlanders! Als hij hoort dat ze Nederlands spreken.
In de hutten zijn we echter de enige Nederlanders tussen Nieuwzeelanders, Ieren, Duitsers. Zowel kayakkers als trampers (zoals wandelaars hier heten) maken gebruik van de hutten en campings. Voor zeekayakken vind ik Bart en Rik nog te klein, wie weet ooit nog eens?
Als we in de hut zijn begint het te regenen, wat een mazzel. Het is hier niet voor niets zo groen. Pas 's avonds klaart het op, als een ander gezin in de verkeerde hut blijkt te zitten en nog 4 uur verderop moet zijn inclusief een stuk wadlopen! Gelukkig zitten wij wel goed. De volgende ochtend staat de zon strak aan de hemel en genieten we van de laatste kilometers voordat we met de watertaxi terugvaren over een ruige zee. Het laatste stuk rijdt een tractor ons de zee uit. Weer eens wat anders!
Wat een mooie ervaring weer.
Dan gaan we een doorsteek met de bus maken naar de westkust, op naar de Pancake rocks. Het weer is zo mooi dat we na het inchecken op de enige camping en het drinken van een kop thee direct doorrijden om de pannenkoekrotsen te zien. Met de enorme blowholes die er zijn is het een spectaculair gezicht. De zon schijnt er prachtig op en Rik ontdekt een regenboog. Hij draagt ook zijn regenboog T-shirt, geen wonder dus. We zien dat de weersberichten er heel gunstig uitzien en besluiten ter plekke om een extra dag te blijven. Lekker wandelen, schatten zoeken met de gps, nog een keer terug naar de Pancake rocks,langs de Pororari rivier met palmbomen en reuzenvarens wandelen.
Ik schrijf het dagboek bij, we eten gebakken aardappelen met kipschnitzels en sla, drinken er een wijntje bij terwijl we ons verkneukelen over de sneeuw en winterse temperaturen in Nederland.

zondag 13 december 2009

Perth - Perth






Veel vogels laten zich in Yalgorup niet zien en na de bush school rijden we via het Tuart park met de volgens het boek unieke Tuart bomen naar Busselton. Onderweg veel wielrenners, die blijken te trainen voor de Iron Man wedstrijd op 5 december. Wij dachten dat de weg afgesloten was naar de haven in verband met de Sint! Die komt hier natuurlijk niet. Iedereen wacht op de Kerstman.
We lunchen bij een mooi verzorgd park met wc’s, speeltuin, picknicktafels - het ziet er zoals altijd weer prachtig uit, geen graffiti of andere vandaalacties. We spotten nieuwe vogels, hier dus wel en gaan dan via de wijnstreek van Margaret River naar Cave Lake. In het kalksteen zijn grotten ontstaan in een lijn van Busselton naar Augusta en zelfs ik met mijn grotvrees moet er toch een bezoeken. Wij dalen met een gids 60 meter af en lopen uiteindelijk zelfs onder de weg door. Brrr. De prachtige stalactieten en stalagmieten zijn mooi verlicht. De druppels die elke dag nieuwe kalk toevoegen zijn in november vorig jaar gevallen als regendruppels. Die zijn dus al even onderweg. Omdat de grot zo diep is en er geen voedsel is leven er gelukkig geen vleermuizen, dan hadden we naar de Mammoet grot moeten gaan. Bart vindt dat wel jammer.

Ons doel is Pemberton, na alle droogte en warmte een hele verademing om zo door de bossen te rijden. Het is hier een groot nationaal park vol mooie routes, wandeltochten, uitkijkpunten, picknick plekken en zelfs campings. Wij kiezen voor een camping in het houthakkersdorp, met luxe keuken, koelkast, elektra en licht ’s avonds zodat ik ook het dagboek weer eens bij kan werken. We zien prachtige grote papegaaien met allerlei kleuren en het vogelboek komt weer goed van pas. 28 heet hij en we zien er heel veel en vliegt er zelfs op mijn schouder,wel heel dichtbij! Ook komen de bruine kookaburra’s gezellig langs, zoveel zagen we er nog niet eerder en we zien zelfs de Quenda. Dit is een nachtdier en zoekt met zijn spitse neus naar wormen. We besluiten 3 nachten te blijven en beklimmen de Gloucester boom. Makkelijker gezegd dan gedaan: stijl omhoog klimmen en je vasthouden aan metalen pennen tot 62 meter hoogte terwijl je niet gezekerd bent. Het zweet staat in mijn handen. Kinderen mogen er niet in gelukkig… De bomen werden gebruikt als uitkijkposten om brand in een vroeg stadium te ontdekken, nu zijn het toeristische attracties. Ik sta stijf van de spierpijn van het gespannen klimmen en dalen. Hans doet de volgende dag ook de Bicentennial boom nog. We zien de Beedelup watervallen, zwemmen in de Big Brook Dam tussen allemaal gigantische karri bomen die alleen in deze regio staan, en gaan met een trammetje over een nooit gebruikt spoor dwars door het bos. We braden worstjes op de bbq en ontmoeten een Zwitsers stel op de fiets. Zij vinden het heuvelachtig! Dat is het ook maar voor Zwitsers vind ik het toch opvallend commentaar. Ze willen helemaal tot Kalgoorli, wij niet, te ver en te warm.

Via de Tingle tree waar je met het hele gezin in kunt staan gaan we naar de Tree Top walk. Het mooie weer laat ons even in de steek, maar wat wil je in een gebied waar het 182 dagen per jaar regent? Dan snap je ook weer beter waarom het hier zo groen is. Via hangbruggen loop je naar 40 meter hoogte tussen de bomen door, een mooie ervaring en nu mogen Bart en Rik ook mee. Die vinden het overigens maar saai.
Terug naar de kust, naar de grote ronde rotsen in zee bij Denmark. Op de camping is geen keuken, we zijn te verwend inmiddels, maar op de wc wel gratis internetten. Zo Skypen we met Nederland en Nw Zeeland, lezen de mail en de berichten op het weblog. Dat is nog eens leuk. Dan gaan Bart en Rik naar de kapper, ook dat moet gebeuren als je lang op reis bent. We smullen van een aardbeientaart, genieten van een gitarist en rennen met het water van Bert Bolle’s 12 meter hoge barometer mee dat elke 6 minuten in beweging is.

Dan is het tijd voor Albany. We gaan naar Max, Anke en hun 4 kinderen. Ze wonen tussen de weilanden in een huis en eromheen kun je de geschiedenis aflezen: oude auto’s, fietsen, schuur (formaat van 4 garages) stampvol dozen en andere spullen en hier hoef je niet snel bang te zijn dat de boys iets slopen. We krijgen een eigen kamer, kop thee en als de meiden uit school komen met de schoolbus springt iedereen vrolijk op de trampoline, Rik fietst weer eens (op een roze fiets) en taal lijkt even geen probleem. We smullen van spaghetti bolognese en maken ‘s avonds kennis met hun favoriete bezigheid: geocaching. Je gaat met GPS op zoek naar ‘schatten’ waarvan je op het internet (www.geocaching.com) kunt zien waar ze verborgen zijn.
Anke laat ons de volgende ochtend zelf zoeken en dan krijgen ook wij de smaak te pakken en puzzelen met gevonden hulpmiddelen om een metalen doosje uit een gevonden holle paal te vissen. Helemaal blij als het lukt.
We bezoeken het walvissen museum, want tot 1978 was Albany een belangrijke haven voor walvissenvangst. Gelukkig is dat nu voorbij, maar het is natuurlijk wel interessant om te horen en te zien hoe de walvissen werden gevangen, verwerkt tot olie en dierenvoer, en hoe erg de aantallen waren gedaald. Gelukkig zwemmen er nu weer heel wat rond in de Australische wateren, waarvan we er bij Fremantle een paar mochten zien. Na het museum vinden we zelf nog een schat met een zogenaamde travelbug op een mooi uitkijkpunt. De travelbug is geen ziekte maar een voorwerp dat mensen verplaatsen en is via internet te volgen. Onze Monkeying around Oz heeft al ruim 20.000 km gereisd. Er wachten nog blowholes (die vandaag vakantie hebben) en een natuurlijke brug op ons en dan kopen we snel aardappels, boontjes, gehakt en yoghurt voor een Nederlandse maaltijd. Wij koken vanavond. Op verzoek van de meiden blijven we nog een dagje en gaan naar het Porongorup park met de kasteelrots. Max en Anke gaan mee want er liggen 2 schatten die nog niemand vond. Dat is een uitdaging voor ze. Zij vinden allebei een schat voordat wij hem zien, maar leuk is het wel en je komt zo op mooie plaatsen. Er hupte ook een kangoeroe voorbij en na alle dode kangoeroes langs de weg is dat ook wel weer eens fijn! De kasteelrots kun je beklimmen, maar met mijn pootje laat ik dat aan Hans over. Bart en Rik lopen op hun crocs, ook niet echt veilig, ze glijden op het pad al een paar keer onderuit. Volgende keer toch de vaste schoenen maar weer aan. ’s Avonds gaan we met zijn allen naar een schooluitje. Alle kinderen zingen liedjes voor de kerst, zij hebben geen 2 maar 6 weken vakantie volgende week. Veel kinderen krijgen een prijs vanwege hun inzet, hun positieve bijdrage, hun vriendelijke omgang met medeleerlingen etc. Ook Rebecka, de oudste dochter, krijgt er een. Wij zijn plaatsvervangend trots! Om het te vieren halen we een ijsje en vinden nog een schat in de winkelstraat.

De volgende ochtend is het helaas echt tijd om afscheid te nemen na een nieuwe Skype sessie met Nederland. Ons vliegtuig wacht niet in Perth 14 december. We besluiten richting Wave Rock te rijden en laten de bossen achter ons en rijden uren door de graanvelden. Massaal duiken de vliegen weer op en vermommen wij ons in de netjes.
Met grote roadtrains wordt het geoogste graan verplaatst. Met mijn verjaardag ben ik dus bij Wave Rock, opnieuw een aparte plek. We maken foto’s, beklimmen de rots aan de achterkant, de golfzijde is veel te stijl. Bij de bakker gaan we lunchen, ik lees mail in het Telecenter, maar er is geen bereik met de mobiele telefoon. Ach je kunt niet alles hebben. Ik ben al verwend met mooie tekeningen, Bart heeft zelf een boekje met verhalen en tekeningen gemaakt en het fototoestel en vogelboek hebben hun waarde al ruim bewezen. Overnachten doen we in ons laatste bushcamp bij de Kokerbin rots nadat Bart bij de Mulga grot met aboriginal handafdrukken een geocache schat vond. Zonder GPS een hele prestatie!
Vliegen en muggen maken ons het leven zuur, dus vlucht ik na rijst met kip saté de auto in om lekker in mijn boek te lezen. Er is toch geen visite!

De laatste kilometers leiden ons via York met zijn winkelstraat uit de 19e eeuw terug naar Perth. De temperaturen zijn hoog dit weekend, dus het zwembad op de camping lokt ons. Er is plek voor de tent, we lunchen, koelen af in het zwembad en dan koop ik een nieuwe zwembroek voor Bart, een GPS en bezoek de kapper. Tijd om er weer wat beschaafder uit te zien! Op zondag halen we een schooldag in en werken aan toetsverslagen, weblog verslagen en gaan bij Macdonalds internetten en eten natuurlijk! Tijd om de laatste Australische dollars uit te geven. Nieuw Zeeland we komen er aan, weer 5 uur verder in de tijd, dan zijn we 12 uur op jullie in Nederland voor en de temperaturen zullen er (hopelijk) ook niet zo ruim boven de dertig liggen als hier.

zaterdag 12 december 2009

Groeten van de jarige


Na Ayers Rock in 1992 vierde ik gisteren mijn verjaardag in Wave Rock. Alvast een voorproefje. Uitgebreidere verhalen volgen.

zondag 6 december 2009

Down South

In Exmouth begonnen we aan onze reis naar het zuiden om via de dolfijnen van Monkey Mia bij het Kalbarri nationaal park te komen. Van een stel Zwitsers hoorden we dat het er bloedheet was en niet de moeite waard. Dat hadden we eerder over Monkey Mia gehoord, dus we gingen gewoon. Er stonden prachtige paarse bloemen in het park waar we helemaal blij van werden. De uitkijkpunten naar de Murchison rivier en de kloof met rode rotsen, Hawks'head en zwarte zwanen waren ook heel fraai. De camping in Kalbarri was niet goedkoop, maar waar doe je school onder de palmbomen met de zee in het vizier?De volgende ochtend begonnen we aan een serieus stuk off road om bij het beroemde raam in de rotsen uit te komen. Lekker klimmen en klauteren over de rood witte rotsen, petje op, zonnebrand factor 30+ ingesmeerd en een fles water mee. De jongens huppelen weer als in Nepal voor ons uit. Terug in het stadje weet ik eindelijk het eerste deel van Australie op de weblog te zetten, helaas niet helemaal goed, want de pc kent geen word97 en ik moet wat toeren uithalen om de tekst toch uit de usb stick te halen. We besluiten een tweede dag te blijven, om de uitkijkpunten langs de oceaan te bekijken en een wandeling langs de rotsen te maken.Als beloning zien Bart en ik twee kangoeroes vlakbij ons, eentje rent er achter een konijn aan! 's middags lekker zwemmen in zee nadat we de pelikanen hebben zien voeren. Dat doen ze al sinds de jaren 70 toen een inwoner zijn visafval aan de pelikanen gaf en ze er zo aan wenden dat ze hem wakker maakten als ze niets kregen. Bij het oversteken van de onverharde weg werd er wel eens een pelikaan aangereden, daarom besloten de inwoners dagelijks te gaan voeren. De zeemeeuwen proberen ook een visje mee te pikken.
We rijden door Geraldton en willen inkopen doen, fout: hier is op zondag alles gesloten. Alleen de McDonalds niet, feest voor de jongens en wij kunnen er gratis internetten. Ook niet verkeerd. Jammer dat wij altijd internetten als het in Nederland nog midden in de nacht is. In Moora, het centrum van de wilde bloemen staan we op de gemeentecamping. We zwemmen als enige blanken tussen allemaal aboriginal kinderen, en realiseren ons dat we die in het noordelijke deel van onze reis helemaal niet hebben gezien. Wel gek dat ik mijn tas ineens zo strak in de gaten houd. Ook op de camping worden we gewaarschuwd om onze was niet te laten hangen.Dat geeft toch een onrustig gevoel, maar er overkomt ons niet. De volgende ochtend wandelen we rond, ontdekken de zwarte kaketoes die van grote bomen houden. Die staan hier weer, nadat we 2 weken lang alleen struiken zagen. We worden helemaal kriegel van alle bijtende mieren, die maken ons het leven zuur terwijl we de vogels bewonderen. We gaan naar de wilde bloemen boerderij waar ze 400 soorten op de prijslijst hebben en we rond mogen kijken, een dvd zien en horen dat de droogbloemen ook naar Nederland verkocht worden. De jongens vinden de bloemen wat minder interessant, maar de bobtail skink (een soort hagedis met korte staart) vinden ze helemaal top.Via de Spaans ogende abdij van New Norcia rijden we zo de spits in rond Perth. Help, overal auto's, verkeerslichten en zo gaan we nooit op tijd komen bij onze afspraak met Margaret, een Servas gastvrouw. Op de freeway staan we net zo vast als in Nederland, he bah. We komen wel in Rockhampton en dankzij een vriendelijke pompbediende vinden we snel het juiste adres. De bereisde Margaret is in de 70, heeft veel kleinkinderen en zelfs al achterkleinkinderen en vindt het leuk dat wij met Bart en Rik komen. Ze heeft een speelgoedhond die je kan laten zingen, dat is natuurlijk leuk voor de jongens. Gelukkig voor ons vindt ze het na 2 liedjes welletjes.We eten kip met sla en al die tijd staat de tv gewoon aan. Zonde van de energie vindt Bart. Wij geven hem geen ongelijk, maar zo lijkt het hier te gaan. We slapen als roosjes in een echt bed. De volgende ochtend varen we naar Pinguin eiland. De naam belooft veel, maar helaas zijn de pinguins de hele dag vissen. Wel zijn er een paar weesjes te bewonderen en vliegen er heel veel sternen rond, nestelen er een heleboel pelikanen en sluipen er bruine hagedissen (king skink) rond. De jongens tellen er al 8 op het picknickveldje.In zee dobbert een skelet van een schildpad. Wij zien ze liever levend. De middag besteden we aan school en geld uitgeven aan nieuwe matrasjes (de oude zijn zo lek als een mandje) en een nieuwe digitale camera. Volgens deskundigen is de oude zijn einde nabij en dat levert een mooi verjaardagskado op en weer foto's voor de site natuurlijk.
Na twee nachten in een echt huis gaan we de bush in van het Yalgorup nationaal park. Het eerste park waar we ook in kunnen kamperen. Een plek tussen de bomen, picknickbank erbij, wc's in een houten huisje, water uit een regenton en als ik in het donker dit verslag type hoor ik ritselen. De zaklamp is zoek dus gebruik ik de notebook als lamp. Blijkt er een dier met een spitse snuit te scharrelen. Mooi toch dat ik net mijn nieuwe camera heb! Jammer voor Hans, die is net naar het toilet. De jongens liggen al in hun slaapzakje. Die lijkt het niet uit te maken waar ze slapen.

vrijdag 27 november 2009

Down Under


Nieuw land, nieuwe manier van reizen. Geen bussen en benenwagen meer, maar een witte Toyota Corolla. Geen teahouses en lodges meer, maar de tent. Niet langer iets te eten uitzoeken op de menukaart, maar zelf boodschappen doen en koken. Wel luxe hier: elke camping heeft een keuken met fornuis, oven, magnetron, waterkoker, tosti en toost apparatuur en een koelkast. Ik vergeet de bbq haast. Niet meer afdingen, maar vaste prijzen, geen roepies meer, maar Australische dollars. Geen Namasté meer, maar Goodday mate.
We starten met 4 nachten in Perth, maar brengen onze eerste dagen vooral door in Fremantle om het Maritiem museum te bezoeken met als hoogtepunt een rondleiding door een onderzeeër met torpedo’s. In het museum verhalen over de Batavia boot die al in de 17 e eeuw langs de kust van Australië voer met Nederlandse bemanning. Ook is de zeilboot te zien die na 132 jaar de America’s cup eindelijk van de V.S. won met een spannende zeilwedstrijd. Het toont hoe gek de mensen hier van sport zijn. Hoewel het ons opvalt hoe dik veel mensen hier zijn, ook geen wonder met al dat vlees dat ze eten en de hoeveelheden bier die daarbij horen.


De walvissen trekken momenteel richting Antarctica en zwemmen vlak voor de kust langs. Een mooie gelegenheid dus om ze te zien met een walvistour. Ik verwacht er eerst niet zoveel van maar er is een groepje van 4 mannetjes Humpback walvissen dat we volgen en die elke 3 minuten boven water komen om adem te halen. Als afscheid zwaaien ze met hun vinnen, hun staart en springen uit het water. Geweldig om te zien.

Met een vogelboek gewapend rijden we naar het noorden. We herontdekken de regenboogparkiet, de roze galah papegaai en allerlei nieuwe soorten. De koala’s laten zich bewonderen in het Yanchep park. Ze slapen terwijl ze zich vastklemmen aan de boomstam en op een takje zitten. Een eet er lekker van zijn eucalyptusbladeren. Wonderlijk eigenlijk dat ze zo’n dikke vacht hebben in zo’n warm land. Als bonus komen de grijze westerse kangoeroes uit de bush tevoorschijn en eten lekker van het gras. Het zonnetje gaat inmiddels achter grijze wolken schuil, het gaat zelfs regenen! Goed voor de tuin zal ik maar zeggen. Een vrij groot jong komt uit de buidel getuimeld om gras te eten, melk te drinken bij zijn moeder en klimt er weer in, zijn kop als eerste. De moeder eet onverstoord verder.

Bij de beroemde Pinnacles rijden en wandelen we tussen alle rotsen en het gele zand. Je kunt er ook geweldig verstoppertje spelen, overal is wel een steen om je achter te verschuilen. We ontdekken pootafdrukken van emoes en kangoeroes en als we terugrijden steekt er vlak voor onze auto een emoe over. Het loopt goed af, pfff. Verderop lopen drie emoes in het veld, het lijken net struisvogels met hun veren en lange nekken. Er ligt een slang op de weg, is hij dood? Nee, hij kronkelt naar de berm als we de auto keren en verdwijnt in het struikgewas.

Wij rijden door naar het noorden, langs de kust en eten fish en chips in Port Denison en vinden mooie schelpen. Rijden verder naar Geraldton, waar we Servas mensen bezoeken. Ze wonen vlakbij het strand, je waait er uit je hemd. Het stormt gewoon, alleen hondenbezitters lopen nu op het strand. ‘s Avonds regent het fors. Zijn wij blij in een huis te slapen! Karen is lerares op een basisschool, dus een mooie gelegenheid voor ons om een Australische school te bezoeken. Ook hier draagt iedereen een schooluniform. Je hoeft dus nooit te bedenken wat je aanmoet. Om zich toch te onderscheiden gaat het om mooie mobiele telefoons, i-pods etc.

We proberen in de bibliotheek van Geraldton de weblog bij te werken, maar helaas ligt het internet plat. Met gevulde tank, boodschappen tas en portemonnee rijden we nog veel verder naar het noorden. De eerste nacht slapen we bij een roadhouse op de camping. Nadat we in de schaduw van een metalen keukenruimte schoolwerk gedaan hebben met ons vliegennetje op rijden we naar Carnarvon. In dit plaatsje groeit 80% van alle tropische fruit en groente die ze in Perth en de rest van Western Australia eten. Gek om na alle struiken en kilometers niemandsland ineens allemaal bananenbomen etc te zien. Inkopen kun je hier bij de boer, die kans laten we niet lopen. Voor 2 Australische dollar een kilo bananen in plaats van voor 7! Voor 0,5 dollar een komkommer in plaats van voor 3,5! En dan smaakt het extra lekker natuurlijk en in zo’n auto is altijd nog wel een plaatsje, al is het tussen je voeten…

Op de Ningaloo Reef Lighthouse camping staat de tent op hard zand, het waait enorm. Het strand is aan de andere kant van de weg, maar wij houden niet van zout water en gaan in het koude zwembad afkoelen. De volgende dag snorkelen we tussen koraal en mooie tropische vissen. Ook Bart en Rik gaan om beurten met mij mee. Maar zo in de golven, met een masker op en door zo’n pijp ademen is toch wel wat veel. Nadat ze een paar vissen hebben gezien vinden ze het welletjes. Hans en ik niet, die snorkelen totdat we er een droge strot
van hebben. Hoogtepunt: zwemmen met een groene zeeschildpad. Het is net Nemo, de film.
Bij het bezoekerscentrum zitten drie rode Euro kangoeroes (ook in 2002 geï ntroduceerd?) lekker in de schaduw. Er steekt een grote leguaan over en ‘s avonds zien we een groene zeeschildpad op het strand een kuil graven. Het seizoen om nesten met ruim 100 eieren te vullen is begonnen. Toch besluiten wij naar het zuiden af te zakken als we de weersvoorspelling horen: 39 graden.
Via een prachtige kloof rijden we naar een teleurstellend uitkijkpunt over een ongelooflijk keienpad. Avontuurlijk, dat wel. De airco draait op volle toeren. De lunchpauze is minimaal, veel te warm. Alsof je in een warme fö hn zit. Terug in Carnarvon is het koel, maar nog altijd ruim 30 graden.

We planken door naar Monkey Mia maar stoppen langs de weg als er een echidna (soort stekeldier) oversteekt. Tijd om in een resort te zitten, dat in Nepal was ons goed bevallen. We treffen zelfs gras aan om de tent op te zetten en slapen als roosjes, nadat we een gratis concert meemaakten met een biertje in de hand. Om ½ 8 ‘s ochtends zwemmen de eerste dolfijnen voor onze neus in zee. Moeder Nikki met jong Finn en een aantal anderen. Prachtig om te zien. Wel jammer dat ze gevoerd worden, onze jongens worden al snel gevraagd om een vis te geven aan de dolfijn, maar zien dat helemaal niet zitten. Ze vinden de pelikanen die zelf vis vangen trouwens veel interessanter. Het is moeilijk in zo’n omgeving om je op schoolwerk te concentreren, maar ze doen het dapper. De beloning in de vorm van spelen op de DS doet wonderen. ’s middags zien we een rog langs ons door het zeewater schieten en cirkelen de dolfijnen hun rondjes om ons heen. Machtig mooie ervaring. Wat zijn we blij dat de negatieve verhalen van andere reizigers ons niet tegengehouden hebben om hierheen te gaan!!

woensdag 11 november 2009

De laaglanden van Nepal

Bij dit artikel helaas geen foto's want de batterijen van de digitale camera zijn door de kou aangetast. In Pokhara hebben we een geheel verzorgde tour geboekt naar het Chitwan Park. We kregen brommerescorte naar het busstation en 4 zitplaatsen in de bus. Die reed niet meteen, nee eerst shoppen voor meer passagiers en voor lucht in de reserveband. De weg was stoffig en bochtig, je zal hier wonen in je hutje met je kleine kinderen...
In Saurauha bleek na 15 jaar een echt busstation te zijn, de drukte van mannetjes om je naar hun resort te krijgen was onveranderd groot. Per jeep naar het Rainbow Safari Resort, waar we een welkomstdrankje kregen en een eigen huisje met douche en toilet. Wat een luxe, even later stond de lunch voor onze neus en 's middags wandelden we met gids Krishna naar de olifantenstallen die ook nog ongewijzigd bleken te zijn. Zonsondergang bij de Rapti rivier: een aaneenschakeling van terrasjes! We blijven ons verbazen. Uitslapen is er weer niet bij: om 1/2 7 ontbijt en om 7 uur met de jeep naar de dug out kano met gids voor een sprookjesachtige tocht op de rivier. We zien heel veel vogels, waaronder prachtige ijsvogels en maraboes - geen idee dat die ook in Azie leven. Een groot Sambu hert komt water drinken, helaas zijn de krokodillen met vakantie. Rik vindt het stilzitten moeilijk, Bart speurt lekker mee. Vanuit de boot door naar het olifanten fokcentrum waar vorig jaar een tweeling is geboren, die lopen lekker los te stoeien met hun 200-300 kg en steken nieuwsgierig hun slurf overal heen. Sommige toeristen schrikken zich rot. En het programma is nog niet voorbij: baden met de olifanten. Rik wil dat wel en gaat met Hans dapper op de rug van de olifant en krijgt de volle laag water over zich heen. Na drie slurven vol vindt hij het welletjes. Bart wil het ook proberen, Hans krijgt de uitgebreide versie en wordt door de olifant zo van zijn rug afgegooid.

's Middags maken we een rit door het park bovenop de grootste olifant van het stel. We zitten wel een meter hoger dan de andere toeristen en kunnen mooi over het hoge olifantengras heen kijken. Neushoorns zien we helaas niet, laat staan de Bengaalse tijger, wel heel veel herten en vogels. Als het tijd is om terug te gaan krijgt onze mahmoet bericht per mobiele telefoon dat er een neushoorn is gesignaleerd. Hij kijkt op zijn horloge, helaas, geen tijd meer. De volgende lading toeristen staat al te wachten. We krijgen 's avonds nog een dansvoorstelling van de Tharu mannen met Afrikaanse sferen qua ritmes en dansbewegingen. En dat allemaal inclusief, sterker nog er staat nog een vogelwandeling om 7 uur 's ochtends op het programma. Je hebt nauwelijks tijd om je tas in te pakken! Krishna weet er veel van, heeft een mooi vogelboek waar hij de ontdekte vogels in aanwijst en van anderen in het gezelschap mogen we af en toe de verrekijker lenen. De tijd vliegt helaas en om 9 uur gaan we per bus terug naar Kathmandu. Mooi op tijd, voor de dag erna staat een blokkade van de Kathmandu vallei op het programma van de Maoisten.
Wij krijgen toch al een file. Als je vrachtauto het niet meer doet, ga je gewoon stilstaan op de drukke tweebaans weg totdat je het gerepareerd hebt, anderen moeten dan maar om je heen rijden...

Terug in het Tibet Peace Guesthouse hebben we nog een kamer en smaakt het eten weer heerlijk. Wel gek dat Marijke er niet is natuurlijk, maar die loopt lekker bij Everest rond. Wij doen schooltoetsen met Rik en ander schoolwerk met Bart en bezoeken 's middags met de lokale bus voor 10 roepie Pashupatinath. Ook hier een entree prijs, maar liefst 500 roepie. "Over mijn lijk" roep ik spontaan. Verderop zijn de crematies in volle gang bij de heilige rivier en de jongens ontdekken bloemenslingers, bananenblad offerschaaltjes en veel rommel in de rivier. Ook lopen er apen, net als bij de Swayambunath tempel die we eerder bezochten. We proberen nog een omtrekkende beweging, maar nee ook hier entree voor toeristen. Helaas wij blijken nog teveel een budgetreiziger, die dit 15 jaar geleden al bezochten en toen nog gratis rond konden lopen.

De laatste dag eten we bij de Pumpernickel in de tuin en wandelen naar Durbar Square met zijn tempels van de Hindoes en Freak Street. Ons gammele hotel Monument Lodge is er niet meer. Wel kantoortjes waar de toerist 300 roepie mag betalen om het plein op te mogen. Dacht het niet. Veel is er verder niet veranderd: de toeristenmarkt is er nog, de fluitverkopers, de tijgerbalsem, de wollen en zijden sjaals. Wel veel meer verkeer, overal brommers, auto's, riksha's en veel getoeter. Zelfs een stationcar uit Ierland die hopeloos vaststaat in de smalle straatjes van Thamel. Dan liever met openbaar vervoer en de benenwagen. Na een gezellige middag met Bernd uit Nederland met wie we het Elfstedenspel spelen verlaten we Nepal voor de derde keer. We hopen zeker nog eens terug te komen om de bergen weer in te trekken.

donderdag 5 november 2009

Hoogtepunt bereikt

En dat hoogtepunt ligt op 4.130 m in het Annapurna basecamp, ABC voor ingewijden. Na een trektocht door de bergen van een week bereikten we dit hoogtepunt. Op foto's moeten jullie nog even een week wachten.
Onze dagen bestaan uit een vast ritme: ontbijten met muesli en warme melk, grote pot zwarte thee, een spelletje Uno, Yahtzee, varkentjes rond 1/2 7 's ochtends is een ritueel. Dan de wandelschoenen aan, rugzakken op en een uur wandelen door de schitterende omgeving. Over rotsen, trappen, beekjes, langs steile afgronden. In het begin houd ik mijn hart nog vast, later niet meer, de jongens lopen trouwens ver voor mij uit. Dan begint de school de Oliebol met een pot thee en later warme chocomelk, taal, schrijven en rekenen, meestal zoeken we een terras met fantastische uitzichten op. We leren meteen over de bergen vol sneeuw die we zien: Annapurna zuid, Hiunchuli, Machupucchre, Gangapurna, Annapurna 1 tm 5. En de rivier die we volgen: Modi Kola, met zijn enorme rotspartijen.
Dan lopen we meestal een uurtje naar de lunchstek, door bamboebos met langur apen, mooie vogels en Nepalezen die zware lasten dragen voor toeristen. Namaste zeggen we de hele dag, en zelfs degenen met de zwaarste lasten groeten altijd vriendelijk terug. Daarom komen we hier ook zo graag. Wanneer we op 2900 m arriveren gaan we daarna niet meer dan 2 uur lopen omhoog, want we willen voorkomen dat we te snel stijgen en last van hoogteziekte krijgen. Dus ontmoeten we veel andere reizigers die al weer afdalen, terwijl wij nog lekker onderweg zijn omhoog of in het zonnetje op een terrasje spelletjes spelen etc. Na heerlijk eten (pizza, patat, spaghetti, macaroni, noedels en rijstpudding toe) moeten we 's avonds verplicht steeds vroeger naar bed: de gidsen en porters slapen namelijk in het restaurant en die gaan rond 8 uur 's avonds al onder de dekens!

De laatste klim hebben we ijs op de rivier en de jongens hebben het koud en willen terug! Gelukkig zijn ze te verleiden met het gooien van stenen op het ijs en vergeten de kou. Ook de zon bereikt even later de vallei en warmt ons lekker op. We drinken warme chocomelk en genieten van besneeuwde bergen rond om. Fantastisch dat we dit bereikt hebben met zijn vieren. De jongens hebben onderweg heel veel bekijks en krijgen veel complimenten, zeker wanneer mensen horen welke leeftijd ze pas hebben. Ze steken natuurlijk met kop boven hun Nepalese leeftijdgenoten uit, dus worden veel ouder ingeschat dan 5 en 7.

Rik wil bij de afdaling voor het ontbijt een Gurung bread: een broodje lucht, want "je hebt extra lucht nodig hoog in de bergen" . Bart stelt vast dat zijn linkshandige klasgenoot niet naar Nepal kan komen, want je linkerhand gebruik je hier als toiletpapier!
Rik gedraagt zich al Nepalees, geen toiletpapier maar water om billen schoon te maken. Hij doet het nog netjes ook!

De afdaling duurt een paar dagen, dus de knieen hebben het zwaar en af en toe is er nog een fikse klim. De jongens zijn blij wanneer we Nederlandse reizigers ontmoeten, dan kunnen ze tenminste weer even in hun eigen taal praten. Ze horen ons natuurlijk regelmatig in het Engels praten met anderen. Zelf leren ze Engels met behulp van een memory spel uit het vliegtuig. En ze beginnen grapjes te maken: Can I have your mouth please? is Bart's favoriete vraag.
We genieten van een bad in de warmwater bronnen, gewoon buiten in de jungle. Aan de overkant staan Nepalezen Zo krijg ik nog meer waardering voor het pad dat we hier bewandelen. Alles gaat hier met de hand: de was, het snijden van de rijstplanten, het aanvoeren van goederen voor de winkeltjes en restaurants. Geen wonder dus dat het nationale inkomen niet zo hoog is.
Nu rusten we uit in Pokhara, doen de was, de mail, inkopen en vertrekken morgen voor 3 dagen naar het Chitwan park waar we olifanten, neushoorns en wie weet een Bengaalse tijger gaan zien.

donderdag 22 oktober 2009

De kop is er af

Met 2 grote rugzakken, een plunjebaal en 3 kleine rugzakjes op pad. Helen en Sem rijden mij en de bagage naar metro station Pijnacker. De mannen lopen met Oma en Carolien. De reis loopt prima: metro, trein, vliegtuig naar Hong Kong. Slapen doen we nauwelijks, alleen Rik pakt een paar uur mee. Dolblij zijn de jongens met hun eigen tv scherm vol films en spelletjes. We zetten het horloge 5 uur vooruit en stappen verdwaasd uit. We gaan een uurtje op een rustig plekje liggen. Hoewel rustig? Er komt een hele lading passagiers voorbij. De grondstewardessen roepen: Hanoi, Bangkok, Guangzhou, Beijing. De passagiers praten en bellen mobiel. Een complete symfonie van geluid.
‘s avonds vliegen we 6 uur terug naar Kathmandu met een tussenlanding in Dhaka. Het horloge gaat 1 uur 15 terug, de mannen van de Mexicaanse griepcontrole zijn al naar huis. Die van de visa gelukkig niet. Per ongeluk zijn de pasfoto’s in de grote bagage ingepakt,maar we hebben geluk en mogen zonder pasfoto’s het land in. De beloofde pick-up staat niet op ons te wachten. Dus met een taxi,formaat Subaru mini: de imperial bezwijkt bijna onder het gewicht en wij hobbelen van kuil naar kuil. De stad is prachtig verlicht: het is de laatste dag van de Deepavali feest. Voor veel deuren liggen mini mandala’s van kleurstof, rijst, linzen en bonen. Het geboekte hotel is vol. Bart trekt het niet meer en moet huilen. Hij wil nu een bed. Gelukkig voor hem liggen we er een uurtje later in, vierde etage, dus nog even wat trappen op.
De volgende dag, dinsdag, verkassen we naar Tibet Peace guesthouse waar Marijke ook zit. Prachtige tuin, ruime kamer op de begane grond voor 7 usd. Zo kun je dus lekker lang op reis met zulke prijzen.
Onze favoriete bakker Pumpernickel is helaas dicht vandaag, maar New Orleans heeft ook lekker eten en verse appelsap en zelfs draadloos internet. Dat was er 11 jaar geleden nog niet. Verder blijkt er weinig veranderd: eten, drinken, bakkers, outdoor kledingzaken, beelden, thankas (schilderijen), straatverkopers met tijgerbalsem, schaakspelletjes, fluiten enz. Geur van wierook, veel motortjes, getoeter (Rik: ‘ik word echt gek van dat getoeter’) en honden. “Ssst, anders worden de honden wakker”.
Ik eet de eerste momo’s deze reis, de jongens houden het bij patat met gebakken ei - daar hebben ze nog goede herinneringen aan uit Marokko. We eten ‘s avonds bij kaarslicht en zijn al aardig gewend aan het nieuwe leven op reis. Het was wel even schrikken toen ik niet meer dan 20 euro kon pinnen en de ING passen geweigerd werden bij een bank. Gelukkig hebben we ook Visa en zijn er meerdere pinautomaten, zodat we nu een buidel vol geld hebben voor de komende 2 weken in de bergen. Het grootste biljet is 10 euro = 1070 Nepalese roepies.
Met Marijke hebben we de wijk Thamel doorkruist, een vergunning voor de trektocht geregeld en een groepsfoto met het pas onthulde beeld van Hillary en Tenzing Norgay die de Mt Everest beklommen. Wij hopen iets minder hoog te komen. Per lokale bus naar de prachtige Bodnath stoepa, waar je nu entree geld moet betalen. Ok, logisch, want het is nu een Unesco plek. We lopen met de klok mee, bezoeken een klooster en worden ingezegend voor de reis door de monniken. De vlaggen wapperen, de gebedsrollen krijgen een extra draai van de jongens. Ze rennen met de reuze gebedsrol mee, de monnik vindt het prachtig. Ook wij zijn een bezienswaardigheid: 2 blonde kinderen, een man met 2 vrouwen, waarvan een met kop en schouders boven de mensen uitsteekt. Het goed om hier weer te zijn, we lopen nog een rondje, gaan op een stoepje een broodje eten en tellen hoe vaak het oude gebochelde vrouwtje langskomt, de 2 Nepalese cowboys, de monnik met lang haar.
We starten donderdag met school, meester Bart maakt rekenopdrachten voor Rik en geeft dictee. Bart rekent plustaken, maakt van lego de Nepalese vlag. Hans sorteert de spullen die mee gaan en die achter blijven totdat we weer terug komen in Kathmandu. Ik maak fotokopieen van de schoolboeken, koop buskaartjes naar Pokhara en pin nog meer geld. Batterijen opladen, brood kopen, de was, we zijn zo druk als kleine baasjes.

En 's avonds strijk ik met Marijke neer in New Orleans om dit bericht via wifi op internet te zetten. Helemaal van deze tijd.

maandag 5 oktober 2009

Klaar voor vertrek?!

En dit zijn nog niet alle spullen die straks een plekje moeten krijgen in onze grote rugzakken en plunjebalen... Op de vrijdag voor de herfstvakantie krijgt Bart nog een stapel boeken en schriften mee. Rik een stapeltje, want de rest hebben we al.
Nog even langs de tandarts, chiropractor, het ziekenhuis voor een controle van mijn been, familie en vrienden gedag zeggen. Tussendoor gewoon naar school, naar het werk, sporten, eten, drinken en slapen. Maar: we hebben er zin in!!!

Onder de link: Reizende school 'de Oliebol' maken we een apart verslag voor de klasgenoten van Bart en Rik. Natuurlijk is elke lezer ook daar van harte welkom.

dinsdag 1 september 2009

Traningskamp


Hoezo, trainingskamp? De bergtocht die we in Nepal willen gaan maken en die ons hopelijk naar het Annapurna basiskamp zal brengen is natuurlijk binnen ons land niet na te bootsen. Toch besloten we onze jaarlijkse lange afstandswandeltocht met Mario en Carolien dit jaar naar het zuiden van Limburg te gaan en de benen te testen. De camper mocht mee naar de boer en we wandelden dagelijks over heuvels, door dalen en genoten van de Limburgse vlaaien, de temperatuur was prima, de benen hielden het goed genoeg om vrijdag en zaterdag 13 kilometer te lopen. Ook Rik liep voor het eerst het hele traject, weliswaar niet fluitend, maar hij moet ook twee stappen nemen om er een van ons bij te houden. Op zondag regende het pijpenstelen en blubberden we lekker door de bossen langs onze laatste grenspaal voor dit jaar. Met vertrouwen reizen we in oktober af naar de Himalaya. De hoogte kunnen we niet nabootsen, dus zullen we ter plekke moeten ervaren of Bart en Rik voldoende kunnen acclimatiseren om boven de 4.000 meter nog goed te functioneren. Zo niet, dan passen we de route aan, dat kan gelukkig prima wanneer je je eigen groep vormt.

Nog 7 weken...

De inentingen zijn ingespoten - we hadden geluk en kregen alleen een tyfus injectie bij Meditel. De camping in Perth, Australie is geboekt voor de eerste nacht wanneer we rond middernacht arriveren. Lang leve het internet. Auto gereserveerd bij http://www.bayswatercarrental.com.au/ voor Australie en via http://www.thrifty.com/ voor Bariloche in Argentinie. De camping op Paaseiland kregen we niet voor elkaar via de mail, maar gelukkig zijn er dan vrienden die dat persoonlijk voor je regelen!

Abonnementen zijn opgezegd, de medische fitness is opgeschaald naar 2x per week, de visa voor Australie via internet geregeld, de slaapzak is in reparatie bij http://www.tatteljee.nl/ , het mobieltje is vervangen zodat we weer sms berichten kunnen ontvangen en verzenden en zo wordt het to do lijstje steeds korter. Ook hebben we een notebook gekocht van 1 kg om verslagen te maken zodat jullie kunnen mee reizen via dit weblog.

Op school horen we binnenkort welke materialen we mee kunnen nemen, welke lessen we moeten gaan geven, over toetsen, rapporten en we zijn heel benieuwd. Ik ga in elk geval een ochtendje een kijkje nemen in groep 3. Want Rik zit inderdaad in groep 3 sinds vorige week, dus we gaan ons best doen om hem bij terugkeer in maart aansluiting te laten hebben met de rest van zijn klas.
Qua zwemmen is hij ook in het laatste badje begonnen voor zijn A diploma, ik vrees dat hij dat niet gaat redden voor ons vertrek, maar hij weet zich goed te redden in het water, dus dat komt dan volgend jaar wel weer.

Blij zijn we ook dat wij al toestemming voor vertrek hebben met alle toestanden rond het 'zeilmeisje' Laura Dekker. Zo'n berichtgeving doet de gemoederen niet echt bedaren rond het onderwerp school en reizen...

vrijdag 19 juni 2009

Nog 4 maanden voor vertrek!

De tijd vliegt terwijl we genieten van weekendjes weg, maar over 4 maanden stappen we in het vliegtuig dat ons via Hong Kong naar Kathmandu brengt. Ik ben volop bezig met medische fitness om het Annapurna Basecamp te kunnen halen op eigen kracht.

De leerplichtambtenaar heeft ons diep in de ogen gekeken en we hebben haar akkoord om op reis te gaan en zelf les te gaan geven. Het is nog even spannend of Rik gewoon naar groep 2 gaat of al naar groep 3. Dat wordt dan aanpoten voor ons, in plaats van lekker achteroverleunen...

Het lijstje to do wordt langzaam korter, de stapel reishandboeken groeit, met een heerlijke zomer in eigen land voor de boeg.

dinsdag 31 maart 2009

Ticket geboekt

Kredietcrisis of niet, ons plan staat vast: we gaan op reis en het ticket rond de wereld is geboekt via www.tnfsh.nl . In oktober vliegen we naar Nepal via Hong Kong en ik hoop dan genoeg hersteld te zijn van mijn complexe beenbreuk om naar het Annapurna Basecamp te kunnen wandelen. Nu loop ik nog kleine afstanden met 2 krukken en ben voor grotere afstanden afhankelijk van rolstoel en auto. Gelukkig hebben we nog een paar maanden te gaan!
In Nieuw-Zeeland hebben we een camper gereserveerd www.rotoruacampervans.co.nz
zodat we met oma kunnen rondreizen. Het werd nog spannend of ze wel voor een normale prijs kon vliegen, want de tickets vlogen de deur uit voor het hoogseizoen in december. Gelukkig is het toch gelukt.