vrijdag 26 februari 2010

In het uiterste puntje


Na een fantastisch verblijf in El Chalten rijden we in alle vroegte naar het uitkijkpunt om de zon te zien opkomen op Cerro Torre en Cerro Fitzroy. Bart wrijft even zijn ogen uit en trekt direct zijn kleren aan om mee te gaan. Geweldig toch? We worden verwend met een prachtige zonsopkomst die de bergen mooi oranje kleurt. Nog een keer heerlijk ontbijten en dan met de auto terug naar El Calafate op ons gemak. Nog een keer nandu’s en lama’s zien, nog een keer naar de flamingo’s kijken en de besneeuwde bergen. Nog een keer chocolade kopen bij Del Turista en meteen lekker opeten, een pizza eten en naar het vliegveld. Een week geleden wisten we nog niets van de omgeving, nu herkennen we een heleboel.

Vanuit het vliegtuig zien we na een kwartiertje vliegen onze bergen al liggen en in het donker naderen we Bariloche. Dit keer stappen we niet uit, maar vliegen door naar Buenos Aires. Daar komen we midden in de nacht aan. Een taxibusje heeft een wachttijd van 3 kwartier, dus gaan we met een normale taxi die ons na een enthousiast voetbalgesprek netjes voor de deur afzet. We laten Bart en Rik naar binnen sluipen omdat we een tweepersoonskamer hebben. Dat lukt en even later liggen we allemaal te slapen in de hoofdstad van het land. Bij het ontbijt de volgende ochtend ziet Hans Mark Tuitert de 1500 meter winnen in Vancouver, fantastisch nieuws natuurlijk voor ons schaatsfans. Dan met de taxi terug naar het vliegveld om in twee uur naar Puerto Iguazu te vliegen. Wat is het hier groen, en wat is het hier vochtig warm. De regen valt met bakken op het busje dat ons bij camping El Pindo afzet. En jawel, het is gelukt met onze afspraak met Ben en Margriet: zij zijn net voor ons uit Paraquay aangekomen. Geweldig leuk om elkaar hier te zien. We hebben heel wat bij te praten, eten gezamenlijk onder een afdakje een pasta maaltijd, stoken een vuurtje en de volgende dag bezoeken we met de lokale bus de wereldberoemde watervallen.
Eindelijk zie ik ze dan. En het is heel imposant, om elke hoek zie je weer nieuwe watervallen. We worden omringd door prachtige vlinders, op wasbeertjes lijkende coaties en enorme spinnen en grote hagedissen. Het is ontzettend warm, alsof je in een sauna loopt. Na de lunch begint het echter te regenen en koelt het iets af. Bart is wel teleurgesteld dat zijn verjaardag hier gevierd moet worden. Want wij hebben volgens hem meer aandacht voor de watervallen dan voor hem. Tja, daar zit iets in.

‘s Avonds gaan we echter heel feestelijk uit eten met zwaarden vol heerlijk vlees van de gril en patat en een salade. Natuurlijk gaan we decadent met de taxi terug naar de camping.
De Braziliaanse kant van de watervallen laten we voor wat hij is en relaxen de hele dag met zijn allen in en rond het zwembad. De beste plek om in de warmte te zijn. We stoken nog een keer een groot vuur en houden een Bonte Avond met improvisatie optredens van ons allemaal. Dan is het alweer tijd om afscheid te nemen, Ben en Margriet hebben nog even voor zich en gaan terug naar Paraguay. Wij nemen de bus naar Buenos Aires. En wat voor bus… een cama suite, zo luxe, hadden ze dat maar betaalbaar in het vliegtuig! Onze stoelen zijn heerlijk zacht en ruim, we krijgen eten en drinken en als we willen slapen kan de stoel helemaal in bed-stand. Er is elektriciteit voor de pc en zelfs wifi, jammer dat je rijdend in de jungle geen signalen hebt om te surfen op het internet. Dat is pas echt decadent.

Aan onze prachtige reis van ruim 4 maanden is dus een eind gekomen. Nu alleen nog naar huis reizen en dan weer in het gareel. Het zal wennen worden, maar gelukkig hebben we al eerder met dat bijltje gehakt. En de volgende reis? Ongetwijfeld weer lekker met onze eigen camperbus, want die hebben we toch af en toe wel gemist.

donderdag 18 februari 2010

Nog zuidelijker


Als we opstaan schijnt de zon en reppen we ons richting de vulkaan. Helaas staat er een enorme wind die vanuit Chili allerlei regenwolken onze kant op stuurt. We rijden verhard tot de grens van het Lanin park daarna is het hobbelen op het onverharde wegdek. Zo verlaag je natuurlijk wel heel effectief de snelheid! We fotograferen de speciale bomen die hier staan en wagen ons bij het bezoekerscentrum toch aan de wandeling naar Cerro Mirador. Het is het steilste pad dat we ooit liepen. Er zit geen vlak stukje bij. Rik rilt van de kou als hij uit de auto stapt, maar gaandeweg loopt hij steeds beter en kwebbelt er ouderwets op los. De vulkaan hult zich helaas in de wolken en van het uitkijkpunt stormen we af. Als we echter terugrijden naar Junin komt er steeds meer uit de wolken tevoorschijn en uiteindelijk zien we de oostflank van de vulkaan in de zonneschijn. Heel fraai.

Dan wordt het tijd voor de dinosaurussen. In Argentinië zijn een heleboel aparte dinosaurussen gevonden en een aantal redelijk recent. Zo is 10 jaar geleden een vleeseter gevonden, de Giganotosaurus Carolinii, die groter geweest is dan zijn Noordamerikaanse neef de bekende Tyrannosaurus Rex. Die botten moesten we natuurlijk zien. In het museum van Plaza Huincul stond een replica, in het museum van Villa El Chocon lagen de echte botten. Bovendien konden we bij het Lago Barreales ook een echte vindplaats bezoeken waar paleontologen nog aan het werk waren. Onze paleontologen in de dop vonden dat natuurlijk ook erg interessant. Toen ze er echter achterkwamen dat je er niet bepaald rijk van wordt en je hele dagen zit te werken in het stof met je hamer en beitel werd het enthousiasme minder. Maar waar mag je als leek echte fossielen aanraken en vasthouden? Van botten, bomen, eieren van dinosaurussen? Het was een unieke ervaring, ook voor ons. Maar omdat alle uitleg in het Spaans was, was het wel heel erg vermoeiend.

Daarna via de eindeloze pampa’s terug naar Bariloche. Het voelde toch een beetje als thuiskomen. We aten een frietje bij de Rock Chicken, aten een chocolaatje en ijsje bij Del Turista, brachten een tekening van Rik bij de dokter en besloten toch weer terug te gaan naar onze camping Petunia. Ook daar werden we herkend en hartelijk welkom geheten. Nu kozen we een plekje op het veld, een stuk rustiger. De volgende dag zijn we op jacht naar de schat gegaan. El Bolson hebben we gelaten voor wat het was. Nu wandelden we heerlijk langs meren, rivieren, lunchen op een boomstam bij het Gutierrez meer en nog een keer genieten van het uitzicht vanaf Cerro Otto dit keer. Op de laatste ochtend eindelijk de beloofde chocolade fondue: fruit en koekjes in de chocola dopen en dan lekker opsmikkelen. Je ontkomt er niet aan in de chocoladestad van het land.
Met de auto naar het vliegveld, inleveren, inchecken en met het vliegtuig lekker luxe in 2 uurtjes naar El Calafate. Het is heel helder en je kunt de Cerro Fitzroy vanuit het vliegtuig zien liggen. Hopen dat het nog even mooi weer blijft!

De gereserveerde kamer blijkt ineens een stuk duurder en dus zetten we de tent nog maar eens op. Helaas voor ons is er een dagenlang durend feest met luide muziek tot diep in de nacht. Veel slapen doen we dus weer niet. Wel genieten we enorm van de Perito Moreno gletsjer. Hij is heel erg breed en lang. Er zijn veel uitkijkpunten waar we natuurlijk allemaal gaan kijken. En hopen dat er een stuk ijs afbreekt natuurlijk, want dit is de snelst schuivende gletsjer ter wereld. We hebben en nemen de tijd en worden beloond met een complete ijstoren die uiteindelijk instort. We hebben Bart en Rik DS minuten beloofd dus die zijn ook helemaal blij. Het is zonnig en bijna windstil. Bijna onmogelijk in Patagonië.
Onze laatste dag in El Calafate rijden we naar Lago Roca en vinden daar eindelijk de camping die we zochten in dit land: ruime plekken, prachtig uitzicht, warme en schone douches en wc’s, stevige picknicktafel en RUST. We besluiten vooral niets te doen en te genieten. Dat lukt prima al staat ‘s ochtends het ijs op de tent!

Dan is het alweer tijd om naar El Chalten te rijden. We zien ons eerste gordeldier langs de weg scharrelen en echte lama’s grazen. Nou ja, zoveel valt er nu ook niet te grazen in dit kale landschap. We hebben weer stralend weer en al van 100 km afstand kunnen we Cerro Torre en Cerro Fitzroy zien liggen. Het blijkt de eerste zonnige dag in anderhalve maand te zijn! Wat een mazzel. We nemen onze intrek in Albergue Patagonia in een luxe kamer met douche en toilet - de vakantie is begonnen! In het informatiecentrum is goede engelstalige informatie verkrijgbaar, fijn na al dat Spaans. We wandelen de volgende ochtend naar Mirador Cerro Torre en haasten ons dan terug, want er staat regen op het programma. De middag brengen we door met spelletjes spelen, dagboeken bijwerken en praten met andere reizigers in het hostel. Als je kampeert is regen toch een heel ander fenomeen.
Maar als we de tweede ochtend in El Chalten opstaan en de zon ons weer toeschijnt weten we niet hoe snel we na het ontbijtbuffet naar Mirador Cerro Fitzroy moeten wandelen. Een hele klim en we zijn geen van allen in vorm. Maar wat is het mooi, het pad slingert tussen oude bomen door en onder ons, steeds verder onder ons ligt het dal. Boven ons torenen de spitse bergtoppen bedekt met sneeuw en ijs uit. De gletsjers banen zich een weg naar beneden. We besluiten een stukje door te lopen en lopen uiteindelijk minimaal een ambitieuze 16 km. Het doet ons erg aan Nepal denken al zeggen we hier Ola, bon dia en geen namaste.
Het lijkt ons ook leuk om zelf een geocache op het internet te zetten, dus daar werken we ook meteen aan.

Omdat het weer alleen maar goed lijkt te blijven, boeken we een nachtje bij en hebben zo de tijd om schatten te zoeken, school te doen, het informatiecentrum nog eens op ons gemak te bezoeken en spelletjes te spelen voordat we het vliegtuig zaterdagavond nemen naar Buenos Aires. Nog een week dan vliegen we naar huis, het winterse Nederland, het zal wennen worden.

zaterdag 6 februari 2010

In het land van Maxima






Na een lang oponthoud in het ziekenhuis van Bariloche kregen we alsnog de mogelijkheid om wat rond te reizen in het geboorteland van Maxima. Helaas besloot het weer om te slaan en de zonnige dagen leken al snel ver achter ons te liggen. Sterker nog op een ochtend lag er verse sneeuw op de berghellingen om ons heen! De eerste nacht na het ontslag van Rik was spannend, maar hij sloeg zich er goed doorheen. Hij liep zelf naar de w.c. en at met smaak zijn patat bij de Rock Chicken en zag broer Bart chocola maken in de fabriek van del Turista. Met muts op, schort voor, handschoenen aan maakte Bart heerlijke schors chocola en deelde daarna professioneel rond. Wij waren natuurlijk apentrots.
Vervolgens boekten we vliegtickets om van Bariloche op 13 februari naar El Calafate te vliegen. Geen ruta 40 met de auto zoals we oorspronkelijk dachten te doen. Ook geen 2 dagen met de bus. Nee, wij zwaaien gewoon met de Visa kaart voor deze keer. Onze Peugeot 206 mogen we eerder inleveren en via Hertz hopen we dan een andere auto op te halen in El Calafate.

Na 17 nachten waren we camping Petunia echt wel zat, vooral omdat de Argentijnen volop doorleven tot middernacht en rond 10 uur ‘s avonds een lekkere bbq niet schuwen. Tijd om te verkassen. We besloten de route via de 7 meren te nemen, langs de grens met Chili. Helaas verdween de zon snel achter de wolken en kwam het bij Villa Angostura met bakken uit de hemel. Oeps, hoe gaan we dan lunchen? Dat loste zich op: bij een meertje was een gratis kampeerterrein met een paar grote bomen waar we op konden zitten en het was even droog. De koude wind maakte het niet echt aangenaam, dus we aten snel door. Wat hadden we een medelijden met alle fietsers die we onderweg zagen ploeteren. Over veel onverharde kilometers reden we door de bossen, bergen en zagen diverse meren. Mooi, maar met een zonnetje was het vast nog veel mooier geweest. Nu vonden we een stek bij een beekje op een camping in San Martin de los Andes en kwamen we weer een beetje terug in het reisritme. Vooral toen we ontdekten dat ze er heerlijke broodjes verkochten!
We besloten meteen 2 nachten te blijven. Het werd de hoogste tijd om weer eens een schat te vinden. En jawel, we vonden er 2. De derde had precies op een plek gelegen waar ze nu hard aan de weg aan het werk waren. Helaas. Onder een stralende zon reden we langs een meer en vonden er een prachtig strandje om te lunchen. Rik at maar liefst 5 boterhammen met pindakaas. Zo komt hij weer een beetje op krachten! Ook ‘s avonds werd er prima gegeten en als toetje gingen er nog grote empanada’s naar binnen met ham en kaas. Smullen, alleen jammer dat de tv zo hard aanstond. We twijfelen echt aan het gehoor van de gemiddelde Argentijn.

Na San Martin willen we genieten van de Lanin vulkaan. Als we opstaan is het bewolkt en na het inpakken van de tent hoost het. We rijden toch naar Junin de los Andes en vinden er een prachtige stek op een eilandje in een rivier op de camping. Het zonnetje schijnt en het miezert regelmatig gewoon dwars door de zonnestralen heen. Het heeft geen zin om vandaag richting de vulkaan te rijden. Tijd om spelletjes te spelen, te luieren, te snoepen en te drinken. Tijd ook om even naar een internetcafé te gaan.

dinsdag 26 januari 2010

Standplaats Bariloche

Nadat we bij vertrek uit Santiago al meekregen dat Pinera met 51% van de stemmen de presidentsverkiezingen had gewonnen reden we in een luxe bus naar Osorno in het zuiden van Chili. Daar bleek het koud te zijn. Iedereen liep met jassen, mutsen etc aan. Het was bewolkt. Bah. Om 10 u konden we per bus door naar Bariloche in Argentinie. De grenspassage verliep soepel. Alle buspassagiers in de rij voor het loket van de douane, stempelen en wegwezen. Rik klaagde al over zijn benen. Zelf hadden we ook stijve benen van al het zitten en vonden het in eerste instantie niet zo vreemd. Toen hij begon te huilen, begon het te dagen dat het echt niet in orde met hem was. Via een prachtig nationaal park reden we door niemandsland naar een pas waar de echte grens was en door naar de Argentijnse douane. Daar werden we vlot ingestempeld. Ik droeg Rik inmiddels.
De bus mocht echter het land niet in. We zouden 10 minuten wachten en overstappen in een andere bus. Enfin, het liep anders. Uiteindelijk mocht deze bus tot het eerstvolgende stadje en stapten we daar over. Het was er een waar vakantieparadijs vol vakantiegangers met rugzakken, op terrasjes, het zonnetje scheen weer. Een heel verschil met Osorno.


Door naar Bariloche. Komen we op het busstation aan, is er geen geldmachine, geen bank, niks. Daar zit je dan zonder Argentijns geld met een ziek kind. Gelukkig was er een aardige Argentijn die ons zomaar 10 pesos gaf voor een taxi naar het centrum, zich bedacht en met ons meeging om zeker te zijn dat we geld konden wisselen bij een Casa de cambio. Dat lukte en met een taxi reden we naar camping Petunia. Bomvol, stoffig, krappe plekjes. We zijn verwend geraakt in Australie en N-Zeeland.

De volgende ochtend de auto, Peugeot 206, bij Thrifty opgehaald met de lokale bus, inkopen gedaan bij de supermarkt en naar een dokter voor Rik. Enfin, onderzoeken, een eigen kamer, meer onderzoeken, bloed prikken, urine, hart, enkels, hoofd.
Onze dagen hebben ineens een heel nieuw ritme:
om en om slapen Hans en ik bij Rik op een uitklapbed; 8 u ontbijtje, temperatuur meten, bloeddruk etc. Medicijnen (alleen pijnstillers in eerste instantie, vanaf donderdag antibiotica) via infuus om de zoveel uur, 12 u warme lunch, 16 u thee met koekjes, 20 u warm diner, rond 21.15u wordt het bedje opgemaakt en gaan we slapen (voor zover mogelijk). In de tussentijd spelen de mannetjes DS, kijken tv, gaat een van ons met Bart naar de chocolade fabriek vlakbij voor een frisse neus, een overheerlijk ijsje en een
stukje chocolade of een patatje met een mega hamburger. Er is geen MacDonalds hier, maar wel een Rock Chicken waar je ook kan snacken. Wij houden contact met het thuisfront. Lang leve het notebook en wifi in de kamer. In het weekend lag het netwerk even plat en dat was geen fijn gevoel, al kun je dan wel vlakbij naar een internetstek.

Als Rik wakker wordt vraagt hij meteen hoe laat Bart komt. De eerste dagen deed Bart eerst school op de camping na het ontbijt. Nu de tas met schoolspullen vrijdag uit de auto is gestolen voor de deur van het ziekenhuis, is er tijdelijk geen school. Zo is hij er eerder, maar vertrekken we ook eerder richting camping 's avonds. Even lekker koken, in het speeltuintje spelen, over het prachtige meer uitkijken. Even bijkomen en nieuwe energie opdoen.

Inmiddels zijn we hier nu 8 dagen en het einde is nog niet in zicht. Nergens op deze reis bleven we langer. Hoe het er verder uitziet weten we ook niet, we leven maar van dag tot dag.

zondag 17 januari 2010

De datumgrens over

In Christchurch beleven we de slechtste nacht tot nu toe: ingeklemd tussen snelweg 1 en de treinrails. Het lijkt alsof de treinen over je benen rijden. Hier blijven we dus zeker niet nog een nacht! We slingeren naar Akaroa dat op een schiereiland ligt dat uit gedoofde vulkanen bestaat. Het is een beetje Frans hier met gezellige terrasjes en heerlijke cappuccino. We boeken een boottoer en hopen de zeldzame Hector’s dolfijnen te zien. En het geluk is weer met ons: er duiken er 2 op. Fotograferen is moeilijk want ze duiken snel onder.

Via internet boekten we thuis al de veerboot naar Wellington, op het noord eiland. Helaas boekten we geen camping, de eerste 4 zijn vol! Gelukkig vinden we nog een stek op nummer 5 op deze lange warme dag rijden. Tijdens de oversteek is het weer heerlijk en we varen vlak langs de schiereilandjes in de Marlborough Sound. Er staan af en toe huizen en we proberen de weg ernaartoe te ontdekken. Misschien is er helemaal geen weg en varen de mensen over het water om boodschappen te doen, te werken en naar school te gaan…

In Wellington vinden we snel onze weg naar Jean-Paul en Bea, onze Nederlandse geëmigreerde vrienden. Het bevalt ze hier uitstekend. We eten heerlijke nasi (die hebben we gemist), drinken veel thee, praten bij, nemen de kabeltram naar de bovenkant van de botanische tuin en het trammuseum en krijgen een hoosbui over ons heen in Windy Wellington. Dat levert wel een lunch op in de rozentuin. Eindelijk maak ik kennis met de Nieuwzeelandse hartige taart die hier veel gegeten wordt. Hij is heerlijk. Via de stad lopen we naar het Te Papa museum waar heel veel te zien is, maar ook te ervaren. Onder andere een echte aardbeving, zoals ze hier regelmatig hebben omdat Nieuw-Zeeland op een breuklijn ligt.
Helaas moeten we een dag eerder vertrekken omdat we de camper ineens al om 11 uur ‘s ochtends in Auckland moeten inleveren. Gelukkig is er nog tijd om met schaatsfan Bea het Elfstedenspel te spelen dat Helen ons heeft meegegeven. Ook genieten we nog van het uitzicht vanaf Mt Victoria over de baai, de stad, het vliegveld waar Bea werkt en de route die we gaan rijden naar Rotorua. Voor de zekerheid reserveren we de camping en wandelen de volgende dag tussen warme bronnen, stoomgaten, zwavelgeuren en geisers. In het park Wai-o-tapu waren we nog niet eerder, maar het was leuk om te zien dat er echt waspoeder in de geiser gaat om hem op tijd te laten spuiten als de massa toeristen er klaar voor is! De laatste ochtend bezoeken Hans en zijn moeder Whakarewarewa, een Maori dorp tussen de stoomgaten, modderpoelen en geisers, waar ze een hele leuke rondleiding krijgen en een dansshow terwijl ik school doe met de boys, de schoolvakantie is weer voorbij.



Dan is het tijd om in Auckland afscheid te nemen, nog een keer een glaasje wijn, nog een keer een kaartspelletje en dan tot in februari en goede reis. Wij vliegen naar Santiago om ½ 5 ‘s middags op 7 januari en komen terwijl we dommelen over de datumgrens en arriveren om ½ 12 ‘s ochtends 7 januari. Een gek idee. Bij de bagageband lopen honden te snuffelen. Een blijft er bij onze tas staan. Oeps, er blijkt per ongeluk nog een worteltje in te zitten. Dat kost ons bijna 250 usd boete. Gelukkig hebben we kinderen en blijft het bij een waarschuwing. Mark, die we in 1993 in Bolivia ontmoetten en die in Santiago woont met Claudia en 4 kinderen, haalt ons af en even later zitten we met een jetlag in de tuin te praten, te eten en te drinken. Het zwembad in de tuin lonkt, maar de jongens zijn helemaal blij met de wii en zitten er als zombies bij, ook wij voelen ons nog niet top. Een nachtje slapen doet wonderen.

We reserveren de bus naar Osorno in het zuiden voor volgende week, Mark regelt een taxi voor 7 uur ’s ochtends en na een dagje relaxen in en rond het zwembad sluipen we als dieven in de nacht het huis uit. Het is wat onduidelijk op het vliegveld maar met bagage en al komen we na 5 uur vliegen op Paaseiland aan. Uiteindelijk was het lezen over dit eiland de reden dat we op reis zijn dit keer. Onze naam staat op een bordje en per pick-up rijden we naar de camping die Jan en Ada voor ons reserveerden. Vlak aan zee, met een eigen kopie van een moai (beeld op Paaseiland). De eerste middag wandelen we even naar de supermarkt nadat we de tent opzetten. We maken kennis met wat mensen. Lezen eens goed wat de bezienswaardigheden zijn. De eigenaresse nodigt ons de volgende dag uit om mee te gaan naar het strand van Anakena om te zwemmen en voor een bbq.
Leuk. Wat we dan nog niet weten is dat de mooiste moai hier ook te vinden zijn. Met hun rug naar de zee en het palmenstrand staan 5 moai waarvan er 4 een rode stenen hoed, of is het haar, hebben. Er staat er 1 apart die een halve eeuw door Thor Heyerdahl van de Kon-tiki expeditie met wat bewoners overeind is gezet. Alle beelden zijn namelijk omgevallen. Men vermoedt dat ze expres zijn omgegooid, misschien tijdens een stammenstrijd. Zeker is dat niet. Net zo min als ze weten hoe de enorme beelden (grootste bijna 10 meter) vervoerd zijn van de steengroeve naar de kust en overeind zijn gezet op hun stenen plateau. Feit is dat slechts een derde van alle beelden uiteindelijk de kust heeft bereikt en op een plateau is gezet. De rest ligt nog in de steengroeve of is onderweg achtergelaten. Het voedt het mysterie van Paaseiland. Volgens Bart staan de beelden met de rug naar zee zodat bezoekers dachten “wat wonen daar onvriendelijke mensen, laten we maar niet aan land gaan”.

De week vliegt voorbij met het huren van een auto om langs de beelden te rijden, te wandelen, veel, heel veel te fotograferen, te praten met andere reizigers, zoals Dimitri die drie dagen met ons meegaat. Bart en Rik vinden dat prachtig, dan kunnen ze lekker Nederlands met iemand praten. Onze favoriete plek is Ranu Raraku, de steengroeve waar aan de buitenkant en de binnenkant van de gedoofde vulkaan talloze beelden in verschillende beeldhouwstadia te vinden zijn. In de vulkaan is een mooi meertje waar we een bewoner zien trainen voor het grote jaarlijkse festival dat in februari is. Mannen moeten dan het meer over zwemmen, lopen met 2 bananentrossen en op een slee van 2 bananenbomen de vulkaan af racen met 70 km/u.

Ook zijn er lava tunnels waar je in kunt, rots graveringen, stenen huizen met hele lage kleine deurtjes, rotsschilderingen en een hele relaxte sfeer. Niemand probeert je iets te verkopen, geen toer, geen souvenir, niks. Als we naar Ranu Kau, een andere vulkaan, wandelen, krijgen we zomaar een lift aangeboden naar boven. Heel prettig, want het bleek een hele klim. Ook in deze gedoofde vulkaan ligt een meer, maar het is veel groter en er drijven allemaal rieten eilandjes in. Aan de andere kant van de rim ligt diep onder ons de grote oceaan. Het is elke dag weer verwonderlijk dat je zover van de bewoonde wereld af bent: 2000 km naar het volgende bewoonde eiland Pitcairn (onderdeel van Australië). De laatste dag huren we nog een keer een auto om de resterende plekken te zien, want wandelen in de vochtige warmte is ons slecht bevallen.

Zo kunnen we met een gerust gevoel terug naar Santiago waar we met een taxi bij Mark en Claudia aankomen. Er zijn presidentsverkiezingen en het hele land zit in spanning. De peilingen liggen heel dicht bij elkaar. Hopen maar dat het niet zo uit de hand loopt als in Kenia 2 jaar geleden, toen wij daar waren! Volgens Mark gaat het hier echter heel rustig en goed georganiseerd en is binnen een paar uur de uitslag bekend. Dan zitten wij in de bus naar Osorno, waarvandaan we direct willen doorreizen naar Bariloche in Argentinië. Dus daar zullen we ons weer melden. Het eerste nieuwe land op deze reis voor ons.

donderdag 31 december 2009

Het land van de lange witte wolk




Na het succesvolle bezoek aan de Pannenkoekrotsen gaan we geld uitgeven in Greymouth. Rik heeft nieuwe schoenen nodig, een nieuwe zwembroek, oma een nieuw batterijtje voor haar horloge en de voorraad eten en drinken moet weer op peil gebracht worden. Kort voor 12 uur weten we ons aan de stad te onttrekken en via Hokitika naar het zuiden te rijden. De zon schijnt, wat een verschil met 14 jaar geleden toen het bijzonder wet was aan de westkust. Nu lunchen we in de zon midden in een voormalig goudzoekergebied en bij aankomst op de Rainforest Retreat camping relaxen we in het warm water van de spa. Wat een genot. De nacht is helaas wat minder een retreat dan gehoopt, nu het hier pas om 10 uur donker wordt leven sommigen volgens een heel ander ritme en praten de halve nacht door.
Een goede reden om na het bezoeken van de Franz Josef Gletsjer door te rijden naar de Fox Gletsjer. Net als in 1995 wandelen we door het gletsjerdal naar de onderkant van de ijsmassa. Een prachtige tocht. Wij vinden hem mooier dan Franz, maar het is hier veel rustiger qua bezoekers en de camping bij een motel heeft slechts 4 bezette plekken: 3 met Nederlanders en 1 met een Engelse. Daarmee brengen we dus kerstavond door. In het motel voor ons horen we kerstliederen zingen, wij knutselen kerstballen en een kerststal. De sokken hangen boven de hoofden van de jongens klaar voor de kerstman.

In het zonnetje genieten we van ons kerstontbijt met gekookte eitjes, croissantje, rozijnenbrood en een kopje thee. Wat een luxe. Maar eerst pakken Bart en Rik hun pakjes uit: een sok vol chocoladerepen, een Lego race auto en Rik een zwembril en Bart een Monopoly kaartspel dat fanatiek gespeeld wordt (ook al is het in het Engels). Daarna wandelen we rond Lake Matheson meer dat bekend is om zijn spiegeling van Mount Tasman en Mount Cook. We hebben dit keer enorm veel geluk, het meer is glad als een laken en de bergen laten zich ook nog even tussen de wolken door bewonderen. Veel mensen dragen kerstmutsen , rendiergeweien en we zien zelfs een camper met geweien!

We rijden verder naar het zuiden, zien een reusachtige zandvlieg bij een café hangen. Die zie je tenminste aankomen, de echte zijn klein en bijten gemeen. Niemand van ons loopt zonder rode bultjes rond. Bij Monroe strand leven volgens de informatie de zeldzame Fjordland pinguïns. We twijfelen of we naar het strand zullen wandelen, want het is nog een eind rijden naar Wanaka. Gelukkig weet een lokale bezoeker ons te vertellen dat ze al een paar weken geleden vertrokken zijn. Dus houden we het op een boterham met een glas melk en rijden dwars door de Zuidelijke Alpen naar Wanaka. Daar maken ze zich op voor de invasie Nieuwzeelandse vakantiegangers die vanaf Tweede Kerstdag verwacht worden. Voor ons is nog plek gelukkig. We zitten in de volle zon te genieten van het kerstdiner zoals ons eerdere bericht al toonde. Een Tweede Kerstdag kennen ze hier niet dus wij passen ons aan en bezoeken Puzzel wereld. Het heeft een gigantisch doolhof waar jong en oud in kunnen verdwalen, dus dat doen wij ook. Ze hebben een hal vol puzzels en andere hersenkrakers waar je mag spelen. Het toilet is een topper: als je binnenkomt zie je mannen en vrouwen in een rij op de poepdoos zitten. Net als je denkt: nee, hè, blijkt het een schilderij te zijn.
Een kamer is vol illusie: sta je rechts ben je een dwerg, loop je naar links word je reusachtig. De kamer zelf ziet er heel normaal uit. De truc is onder andere in de films van Lord of the Rings gebruikt.
Er zijn hele schuine ruimtes, waarin water omhoog stroomt en een biljartbal omhoog rolt. Ik raak helemaal gedesoriënteerd en verlaat misselijk de ruimte.
Inmiddels komt de regen met bakken naar beneden en is een internetcafé een mooie plek om de middag door te brengen. De volgende ochtend ziet het er al beter uit en schijnt de zon zelfs als we op de valreep nog een geocache weten te scoren in een holle boom. Op naar Dunedin via de fruithoofdstad van het land en de oude goudzoekerstad Clyde. Dus ja, waar is Bonnie? Wij vonden haar niet, maar wel een lekker ijsje en een leuk straatje waar in het bankgebouw nu een leuk café bleek te zitten.

We rollen de bergen uit naar de oostkust en vinden een hele leuke camping in Dunedin. Normaal een studentenstad maar nu is iedereen met vakantie. De camping is vol met grappige en mooie muurschilderingen van Harry Potters trein, Thomas de trein, Spongebob, Pokemon etc. en voor onze plek ligt een grote goudklomp. De toeristenhuisjes zijn vermomd als lokale bezienswaardigheden en er is een leuke speeltuin, naast de deur is het strand, de midgetgolf en er blijkt ook nog een geocache te liggen. Tijd voor een kop thee, een strandwandeling en een lekker hapje eten in de luxe camping keuken.
De volgende ochtend rijden we naar het Otago schiereiland in de hoop de zeldzame geeloog pinguïn te zien en wie weet een albatros. De pinguïns blijken ‘s ochtends heel vroeg en ‘s avonds heel laat te gaan en te komen. Bovendien komen ze niet in groepen maar individueel dus de kans er een te zien blijkt gering. We kiezen dus voor een tour en struikelen in de tussentijd bijna over een aantal zeehonden die op de rotsen liggen poseren voor de foto. Bij de tour zien we 3 volwassen en 3 baby pinguïns van 7 weken oud die nog helemaal niet geel zijn maar bruin dons hebben. Ze worden bijna 70 cm groot en er leven nog maar 4.000 exemplaren. Hun vijand is de zeeleeuw, de haai, de mens die hun vis vangt en hun aantal daalt gestaag. Van de 50 jongen kwam er niet een terug na 6 maanden op zee. Een trieste ontwikkeling.

Wij komen gelukkig wel terug en slingeren wat pizza’s in de oven op verzoek van Bart. Hans versiert de volgende ochtend de camper voor oma’s verjaardag en we genieten van taart en een smikkeltour. In de stad Dunedin staat namelijk een chocoladefabriek van Cadbury en daar kun je een tour maken. De fabriek ligt 3 weken stil vanwege de kerstvakantie maar tijdens de verkorte tour zien we een film, proeven chocolademousse, zien een chocolade val en als we de trap op en af lopen zitten we zelf ook onder de chocolade. Kortom de lekkerste tour van de reis tot nu toe. We spelen midgetgolf op een betonbaan met gewone golfballen en hebben even wat aanpassingsproblemen, maar weten dan het slaggemiddelde te verbeteren voordat we bij MacDonalds gaan dineren op verzoek van oma. “Dat vinden de kinderen zo lekker”. Het blijkt het meest ongeïnteresseerde personeel te hebben dat we tot nu toe hebben meegemaakt en gratis internetten is er ook al niet bij (zoals in Australië).
En dan kunnen we door met het vieren van de volgende verjaardag deze reis: Rik wordt 6 jaar. We hebben een stapel kado’s meegekregen uit Nederland en oma voegt daar nog wat aan toe. Zelf hebben we gisteren op de valreep twee nieuwe Cars auto’s gekocht en een truck voor RPM, dus Rik is helemaal blij. Hij kan zijn ogen niet geloven. Tijd om ermee te spelen is er genoeg, want we rijden vrijwel de hele dag om in de buurt van Christchurch uit te komen.

vrijdag 25 december 2009

Prettige Kerstdagen



Niet om jullie jaloers te maken, maar om een indruk te geven van de eerste Kerstdag. De tweede is helaas flink nat. Maar de hele We(s)t Coast was het droog, dus dan kun je wat regen verwachten.